James Cameron twijfelt aan eigen wapenverheerlijking met Terminator-films

Cameron heeft momenteel succes met Avatar: The Way of Water. Hij vertelt dat hij tien minuten aan wapengeweld uit die film sneed. “Ik wilde wat van die lelijkheid kwijt”, legt de regisseur uit. “Om een balans te vinden tussen licht en donker.”

Wapens zijn daarmee niet compleet verdwenen uit Avatar. “Je moet natuurlijk wel een conflict hebben”, vertelt Cameron. “Geweld en actie zijn gelijk aan elkaar, afhankelijk van hoe je ernaar kijkt. Dat is het dilemma van iedere actiefilmmaker. En ik sta bekend als actiefilmmaker.”

De Canadees brak in 1984 door met The Terminator, over een mensachtige robot die terug in de tijd reist om een rebel te vermoorden. Zeven jaar later regisseerde hij ook het vervolg, dat vaak wordt genoemd als een van de beste actiefilms aller tijden.

“Als ik terugkijk op sommige films, weet ik niet of ik diezelfde film nu nog zou willen maken”, zegt Cameron. “Ik weet niet of ik vuurwapens nog zou verheerlijken, zoals ik dat deed bij de Terminator-films ruim dertig jaar geleden.”

“Mijn maag draait om van wat er tegenwoordig met vuurwapens gebeurt”, vertelt de Avatar-regisseur. “Ik ben blij dat ik in Nieuw-Zeeland woon. Daar hebben ze gewoon alle aanvalsgeweren verboden, twee weken na die afgrijselijke moskeebeschieting.”

Het vervolg op Avatar heeft wereldwijd inmiddels ruim 950 miljoen dollar (892 miljoen euro) opgehaald. Er zijn nog drie vervolgdelen aangekondigd. Die films staan gepland voor 2024, 2026 en 2028.